“Ik ben een vrouwelijke man” zegt hij twijfelend, met schaamrood op z’n wangen.
Alsof hij het over een misgroeide dikke teen heeft. Alsof het iets lelijks is dat al 35 jaar het daglicht niet mag zien.
Ik kijk hem aan.
Z’n woorden nestelen zich in m’n traanklier omdat ik verpletterend besef dat deze fantastische man een doodnormale menselijke eigenschap van zichzelf als abnormaal en ‘te vrouwelijke’ heeft leren zien.
Een ongewenste misvorming.
Het verpletterd me. Want wat ik hem hoor zeggen is “ik schaam me om mens te zijn”.
De voor hem logische optelsom, is er eentje die kinderen zelfs nog voor het eerste leerjaar leren maken.
Man + gevoelens = vrouwelijk.
Niet stoer. Verwijfd. Zwak.
En zo komt het dat hij zichzelf als 35 jarige man excuseert omdat hij gevoelig is. Dat hij zich excuseert omdat hij überhaupt gevoelens heeft.
Dat hij zich excuseert voor wie hij is: een man met gevoelens.
35 jaar lang heeft hij gehoord “dat is je vrouwelijk kantje”.
Hij is in de war. Over iets dat doodnormaal is. Over iets dat eigenlijk gewoon “zijn menselijk kantje is”.
Want:
Man + gevoelens = mens.
Mannen zijn dezelfde emotionele wezens als vrouwen.
A-l-l-e-m-a-a-l.
Maar ze hebben gewoon te goed geleerd dat het eigenlijk niet mag bestaan in hun mannen leven.
Maar ze bestaan. Ze zijn er. In elke man. En elke vrouw.
Mannen komen niet van mars, vrouwen niet van Venus.
Belachelijk achterhaald.
Mannen en vrouwen komen van de aarde.
Klaar.
heel goed gezegd,klasse gewoon.